Bij een beginnende aantasting van het kraakbeen of het bot kunnen geneesmiddelen voldoende beterschap brengen (pijnstillers en/of ontstekings-werende middelen)
Als de beschadiging van het kraakbeen of het bot te ver gevorderd is, kan enkel een heupprothese uitkomst bieden. We spreken van een totale heupprothese, omdat zowel de pan als de bol of kop van de heup worden vervangen.
Er bestaan twee types heupprotheses:
- Klassieke prothese: hierbij wordt de kop van de heup volledig verwijderd en vervangen door een nieuwe bol.
Deze bol zit vast bovenop een spil (steel of stem genoemd), die wordt verankerd in het bovenbeen. Wij gebruiken een titanium stem, die wordt vastgezet in het bot van het bovenbeen. De stem is bekleed met een dun laagje hydroxy-apatiet, dit om de botingroei te bevorderen. Op die manier wordt een biologische fixatie verkregen.
- Resurfacement prothese: ook wel eens “sportheup” genoemd. Hierbij wordt enkel het oppervlak van de heupkop vervangen. Voor een dergelijke prothese is een goede kwaliteit van het bot van de heupkop noodzakelijk. Deze prothese is dan ook voorbehouden voor jongere mensen. Op oudere leeftijd wordt het bot immers stilaan brozer (osteoporose).
Bij beide types protheses wordt een nieuwe pan in het bekken geplaatst.
Bij de klassieke prothese bestaat het buitenste gedeelte van deze pan uit titanium. Het binnenste gedeelte (“binnenbekleding”) van de pan bestaat ofwel uit poly-ethyleen (zeer harde kunststof) ofwel uit keramiek.
Bij vrijwel iedereen wordt nu gekozen voor een keramische pan. Poly-ethyleen is inderdaad meer onderhevig aan slijtage (na 15 tot 20 jaar). Deze slijtage ontstaat door wrijving van de nieuwe kop tegen het binnenste gedeelte van de nieuwe pan bij stappen en bewegen. De nieuwe kop bestaat telkens uit keramiek.
Bij de resurfacement prothese (of sportheup) bestaan zowel de pan als de kop uit een speciale metaallegering. Hier scharniert dus metaal tegen metaal. De oppervlakken van deze componenten zijn dan ook zeer zorgvuldig gepolierd.