Alhoewel een totale heupprothese zeker behoort tot de grotere orthopedische ingrepen is er momenteel door de grote frequentie een zodanige routine in opgebouwd, zodat men met groot vertrouwen de ingreep kan tegemoet zien.

  • De meest gevreesde complicatie is de diepe infectie, waarbij een kiem de prothese gaat infecteren. Wereldwijd bedraagt deze kans ongeveer 1%. Wij hanteren een uiterst steriele werkwijze, zowel tijdens als na de operatie, teneinde de kans op infectie zo klein mogelijk te maken. Tevens wordt de dag van de operatie en de dag nadien antibiotica toegediend.
  • Diepe veneuze trombose is de vorming van stolsels in de diepe aders van het been. Wanneer één of meerdere van deze stolsels loskomen, kunnen deze in de long longembolen veroorzaken. Om deze complicaties te voorkomen worden bloedverdunners gegeven. Er wordt de dag voor de operatie gestart met spuitjes in de buikwand. Deze spuitjes worden verder gegeven tot zes weken na de operatie (1 injectie per dag). Ook een zeer snelle mobilisatie na de operatie is zeer belangrijk om de bloedsomloop te stimuleren. Door deze maatregelen zijn deze verwikkelingen uiterst zeldzaam geworden. Als nog een diepe veneuze thrombose optreedt is ze daardoor ook minder uitgebreid.
  • Doorligwonden (“decubitus”) treden omzeggens niet meer op. Speciale matrassen en vooral het zeer snel mobiliseren na de operatie kunnen dit gemakkelijk voorkomen.
  • Breuk van het bot rond de prothese is een mogelijke complicatie. Gelukkig komt dit zeer zelden voor.